De Leyensewegschool heette oorspronkelijk Middellaanschool en werd als nieuwe lagere school voor openbaar onderwijs in gebruik genomen in 1919. De naam veranderde al gauw in Leyensewegschool, omdat de entree van de school aan die weg was gelegen.
De school bestond aanvankelijk uit vier lokalen, waarvan er twee werden gebruikt voor 26 leerlingen en hun twee leerkrachten. De andere lokalen werden tijdelijk gebruikt door een landmeterkantoor. In 1927 boden enkele nieuw gebouwde lokalen onderdak aan de ULO-school die voordien in de Tuinstraatschool was ondergebracht.
De school werd nadien met een verdieping verhoogd, waarna de school vijf lokalen telde en een gymnastieklokaal. G.D. Lukkien was in die jaren hoofd van de Leyensewegschool die ruim 120 leerlingen telde. De Dr. W. van Everdingenschool, ook een lagere school, heeft begin jaren dertig twee lokalen in de Leyensewegschool gebruikt.
Op 23 januari 1932 konden de leerlingen van die school verhuizen naar de nieuw gebouwde Oranje Nassauschool aan de Soestdijkseweg. Vanuit de Leyensewegschool liepen de kinderen in optocht naar de nieuwe locatie. De eerste klas van Het Nieuwe Lyceum zat in 1943 in de Leyensewegschool.
In de jaren vijftig heeft Het Nieuwe Lyceum van het gymnastieklokaal van de Leyensewegschool gebruik gemaakt, tot in 1955 het eigen gymnastieklokaal in de nieuwbouw in gebruik werd genomen. De kinderen die eind jaren vijftig de lagere school aan de Leyenseweg bezochten betrokken op 28 november 1959 de nieuw gebouwde Jan Ligthartschool, gelegen aan de Orionlaan.
De ULO-school, later als Leyenseweg-MAVO aangeduid, hield als locatie het gebouw aan de Leyenseweg. De MAVO ging in 1974 een samenwerkingsverband aan met Het Nieuwe Lyceum, waarna de MAVO-leerlingen naar de Jan Steenlaan verhuisden. De Leyensewegschool fungeerde nadien een paar jaar als dependance.
In de jaren 1980-1984 heeft de Rudolf Steinerschool het gebouw gebruikt. Daarna verloor het pand de schoolbestemming. Het werd zelfs enige tijd bewoond door krakers. Ook Inventum heeft er gebruik van gemaakt.
Zoals blijkt uit een krantenartikel, verschenen in het Utrechts Nieuwsblad van 17 oktober 1991, brandde de voormalige school geheel uit. Om drie uur ’s nachts was de brand gemeld door surveillerende agenten. De brand woedde echter zo hevig dat de brandweer besloot het gebouw gecontroleerd uit te laten branden.
De school en de omliggende grond waren toen al in eigendom bij G.W.v.d. Grift, een bouwbedrijf uit Soest. Die liet naderhand ter plekke 18 appartementen, vier penthouses en zes twee-onder-een-kap-woningen bouwen, die eind 1997 werden opgeleverd .