Samengesteld door Lies Haan-Beerends, maart 2001.
Gemeente De Bilt 1851-1940
De ontwikkeling van De Bilt en meer nog die van Bilthoven is gestimuleerd door de aanleg van de spoorlijn. In 1863 kwam er door toedoen van de toenmalige eigenaar van Jagtlust, jhr H.van den Bosch, een halteplaats langs de lijn Utrecht-Amersfoort/Zwolle. Jonkheer van den Bosch stelde grond beschikbaar en verbond daaraan de voorwaarde dat de treinen uit beide richtingen zowel ’s morgens als ’s avonds in De Bilt zouden stoppen.
Gemeente Atlas van de provincie Utrecht van J. Kuyper, 1868
In 1898 werd de spoorlijn Den Dolder-Baarn gerealiseerd, gevolgd in 1901 door de lijn Bilthoven-Zeist. Mede door toedoen van Mr. J.E.Ameshof, secretaris van de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij, stopten er na 1900 gaandeweg meer treinen bij de halte De Bilt Station.
De heer Ameshof bewoonde de eerst gebouwde villa ten noorden van de spoorlijn, villa Ensah genaamd. Deze villa werd in de oorlog gebombardeerd. Thans zijn daar weer woningen en appartementen gebouwd. Burgemeester en wethouders besloten op 2 april 1996 aan de weg de naam Ensahlaan te geven, waardoor de herinnering aan villa Ensah levend wordt gehouden.
De Bilt en Bilthoven telde anno 1901 3.080 zielen. Dit aantal zou in dertig jaar oplopen tot 11.250. Deze groei heeft voornamelijk te maken met het ontstaan van Bilthoven. Het eerste villapark dat ontstond was nog ten zuiden van de spoorlijn gelegen en werd Villapark Vogelzang genoemd.
De voorname huizen aan het einde van de Soestdijkseweg Zuid maakten daar deel van uit, als ook diverse grote en kleinere villa’s gelegen langs bijvoorbeeld de Nachtegaallaan, Spoorlaan en Prins Hendriklaan.
Kaart van de provincie Utrecht door S.C Bruins, vóór 1917
In 1911 werd tijdens de raadsvergadering van 28 juli besloten tot toestemming van de door burgemeester en wethouders voorgestelde namen voor drie nieuwe villaparken ten noorden van de spoorlijn. In het toenmalige Ensahpark zouden de namen Marislaan, Mesdaglaan en Mauvelaan gebruikt gaan worden.
In het meer noordelijk aan te leggen park Drakenstein zouden o.a. de schrijvers Beets, Bilderdijk, de Genestetlaan vernoemd worden terwijl aan de wegen in het ten westen van de Soestdijkseweg aan te leggen park, Biltsche Duinen genaamd, de namen van bekende Nederlandse schilders, zoals Rembrandt, Rubens, Van Dijck, Ruysdael, Van Ostade en Jan Steen zouden worden gegeven.
Krijgsspelkaarten van 1910-1913
Tot de naamgeving van de wegen deeluitmakend van het Oosterpark (de componistenbuurt) werd op 19 maart 1918 besloten. In 1919 ging men over tot naamgeving van de wegen gelegen in het villapark Ridderoord, gelegen ten noorden van het park Biltsche Duinen., waarna de bebouwing van Bilthoven Noord grotendeels gerealiseerd werd.
Bij het Emmaplein en langs de Julianalaan ontstonden de eerste winkels. De Van Dijckschool werd in 1916 als openbare school opgericht. In dat zelfde jaar werd de Zuiderkapel, gelegen aan de Boslaan, in gebruik genomen. Er werden behalve grote en kleine villa’s ook rusthuizen gebouwd alsmede hotels en in 1923 werd er zelfs een zwembad aangelegd.
De nieuwe woonkern werd toen niet meer De Bilt Station genoemd, maar had in 1917 de naam Bilthoven gekregen. Bedrijfjes waren er in Bilthoven nauwelijks te vinden. De gemeente stimuleerde de bouw van villa’s waardoor Bilthoven een forensenplaats is geworden, profiterend van de spoorverbinding
In De Bilt kwam rond 1900 het Kloosterpark tot stand. Dat werd gerealiseerd op een deel van het voormalige landgoed ’t Klooster, dat in 1893 door G.H.L.baron van Boetzelaer te koop aangeboden werd. Op een gedeelte van het landgoed en in het voormalige landhuis vond het K.N.M.I. haar onderkomen.
In 1903 werden de toen al gebruikte namen van straten en wegen, lanen en stegen gelegen in de toenmalige gemeente De Bilt officieel vastgelegd. De oude Steenstraat werd deels Utrechtseweg en deels Dorpsstraat genoemd. De Burgemeester de Withstraat kende men nog als Achterdijk.
Als pas aangelegde straten stonden de Nieuwstraat en de Tuinstraat vermeld. Ook de Hessenweg en de Waterweg werden officieel benoemd al was daarlangs nog nauwelijks bebouwing te vinden.
Op 22 mei 1906 werd besloten tot de naamgeving van de Kerklaan, de Kerkdwarslaan en de Westerlaan. De naamgeving had te maken met de R.K. St.Michaëlkerk die daar gebouwd was. Op 26 juli 1893 was daarvoor de eerste steen gelegd.
In 1919 werd er langs de Hessenweg een complex van 24 arbeiderswoningen gebouwd in opdracht van de woningbouwvereniging Patrimonium. Ook in de omgeving van de Nieuwstraat werden er in het eerste kwart van de 20e eeuw arbeiderswoningen gebouwd en nieuwe straten aangelegd.
In 1920 werden de namen Overboschlaan en Parklaan goedgekeurd, in 1921 gevolgd door die van de eerst aangelegde lanen in Tuindorp. Niet voor niets bestaat de Vereniging voor Samenlevingsopbouw WVT al meer dan 75 jaar.
Al kent de bewonerscommissie van het Van Heemstrakwartier nog niet zo’n lang leven, de naam van het gelijknamige kwartier werd op 23 april 1935 vastgesteld en de bebouwing zal in die tijd een aanvang hebben genomen.
Zowel De Bilt als Bilthoven groeiden gestaag, al bleef er nog een flinke groenstrook tussen de beide dorpskernen bestaan, een groenstrook die na de oorlog volgebouwd zou gaan worden.
De Dorpskerk was niet langer de enige kerk. Behalve de St. Michaëlkerk was aan de Soestdijkseweg de Immanuëlkerk gerealiseerd, waartoe in 1921 was besloten. De Woudkapel aan de Sweelincklaan was in 1924 gereed, in 1925-1926 werd aan de Gregoriuslaan de R.K. kerk gebouwd die toegewijd werd aan O.L.V.van Altijddurende Bijstand en in 1928 kon de Julianakerk in gebruik genomen worden.
De Oude School deed niet langer als schoolgebouw dienst. Van 1845 tot 1883 werd er lesgegeven in het pand waarin ook het gemeentehuis en het politiegebouw gevestigd waren (Dorpsstraat vanouds Steenstraat 25). Na 1883 was de Tuinstraatschool als openbare school in gebruik.
Deze school, die later bekend werd als de Theo Thijssenschool, is tot 1991 als zodanig in gebruik geweest. De School met den Bijbel ging in 1910 van start. De Julianaschool in 1918, de Leijensewegschool in 1919 evenals de Montessorischool.
De St.Michaëlschool werd opgericht in 1921, de St. Theresia van Lisieux-school in 1925 en De Werkplaats Kindergemeenschap was onder de bezielende leiding van Kees Boeke op 6 januari 1926 van start gegaan in een woning aan de Van der Helstlaan.
In 1929 werd het nieuw gebouwde pand aan de Frans Halslaan betrokken. Er volgden nog meer lagere scholen. De Oranje Nassau-mavo werd in 1931 als school in gebruik genomen, en Het Nieuwe Lyceum startte in 1935 in een villa aan het Vermeerplein.