Tegen de bouw van de Hobbemaflat, gelegen op een terrein grenzend aan de Hobbemalaan en de Gerard Doulaan, rezen in eerste instantie bedenkingen. Er mochten langs de Hobbemalaan slechts woningen gebouwd worden die inwendig tenminste 550 m³ inhoud hadden. Dit volgens een besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 26 oktober 1937.
Bilthoven, Hobbemaflat (1966), Hobbemalaan 24
De eigenaren van de aangrenzende percelen konden van 15 tot en met 29 november 1954 bezwaarschriften indienen. Dat heeft er niet toe geleid dat de bouw geen doorgang kon vinden. Het gewenste gebouw kon volgens de deskundigen nergens anders binnen de gemeente worden gerealiseerd. De plaats van de flat werd uit stedenbouwkundig oogpunt ook verantwoord geacht.
Op 17 januari 1955 werd aan E.J. van den Berg vergunning verleend voor de bouw van een rusthuis naar ontwerp van ingenieur Briët. Er waren wel diverse voorwaarden aan de bouw verbonden, die merendeels te maken hadden met brandveiligheid. Een krantenartikel, verschenen in de Biltse en Bilthovense Courant van 3 juni 1997, maakt melding van het veertigjarig bestaan van de serviceflat.
De allereerste bewoonster had haar flat op 1 juni 1957 betrokken. De Hobbemaflat telde in 1997 ongeveer negentig bewoners. Het complex omvat 68 flats, een groot aantal met twee kamers. Maar er zijn ook driekamerappartementen.
Het geheel is omgeven door een mooi onderhouden tuin. Een krantenartikel, verschenen in het Utrechts Nieuwsblad van 4 juni 1997, vermeldt dat het oorspronkelijke ontwerp slechts vier verdiepingen met appartementen telde. Er kwam echter kritiek. De Hobbemaflat zou alleen voor de rijken gebouwd worden. Daarom werden onder het schuine pannendak ook appartementen gebouwd die verhuurd werden.
Aanvankelijk waren die eenvoudiger van opzet, maar na de renovatie, die rond 1985 plaats vond, hebben ook die flats allemaal eigen sanitair.