Jagtlust, sinds 1932 als gemeentehuis in gebruik, is ontstaan uit een boerderij die bij het klooster Oostbroek behoord heeft.
De Bilt Villa Jagtlust (1902), Bilthoven, Soestdijkseweg 173-175
Deze kloosterboerderij werd in 1573 Uithof te Nijveen genoemd. In 1641 werd deze uithof door de Staten van Utrecht verkocht aan Johan van der Nijpoort. Behalve de boerderij werden 76 ha landerijen zijn eigendom. Van der Nijpoort liet naast de boerderij een woning bouwen, gelegen op de plek van het huidige Jagtlust. Het huis is eigendom geweest van diverse particuliere eigenaren.
In 1762 werd Cornelis van der Hoop eigenaar en vanaf die tijd wordt het huis Jagtlust genoemd. Het huis werd diverse malen vergroot en verfraaid. In 1826 werd Willem Diemont eigenaar die volgens de kadastrale atlas van 1832 uitgebreide bezittingen had.
Op de lijst met de vijftig grootste eigenaren naar oppervlakte en op de lijst van de vijftig grootste eigenaren naar kadastraal inkomen staat Diemont op de vijfde plaats. Hij was dus een vermogend man. In 1843 werd Jagtlust verkocht aan jhr. Van den Bosch. In 1863 stelde jhr. Van den Bosch grond beschikbaar voor de bouw van een station langs de spoorlijn Utrecht-Amersfoort/Zwolle, iets waardoor de ontwikkeling van Bilthoven, die echter pas rond 1900 begon, gestimuleerd werd.
Rond 1890 was Jagtlust korte tijd in gebruik als rusthuis waar voornamelijk dames met psychische klachten verpleegd werden.
In 1892 werd J. Boissevain eigenaar van het buitenhuis. Hij was het die Jagtlust min of meer zijn huidige vorm heeft gegeven. In 1928 werd het landgoed gekocht door de gemeente De Bilt. Na een grootscheepse verbouwing, onder leiding van architect P.H.N. Briƫt, werd het in 1932 als gemeentehuis in gebruik genomen.