De radicale antikapitalistische Kees Boeke, wonende in een klein huisje gelegen aan de Koekoeklaan in het voormalige Jodendom, had zijn dochters aanvankelijk op de Montessorischool geplaatst. In 1925 nam hij de meisjes echter van school en ging ze zelf thuis lesgeven.
Er werd toen namelijk een regeling van kracht waarbij het schoolgeld niet meer rechtstreeks aan de school, maar in de vorm van belasting aan de Staat betaald moest worden. Boeke had daar ernstige bezwaren tegen. Hij gaf les op geheel eigen wijze. Die manier van lesgeven was eigenlijk het begin van zijn bekend geworden onderwijsvernieuwing.
Kees Boeke vond niet alleen de gewone lesvakken belangrijk maar vooral de sociale en creatieve vorming stonden hoog in zijn vaandel.
Gemeenschapsontwikkeling en zelfwerkzaamheid dienden gestimuleerd te worden. Hij was eigenlijk niet van plan een school te stichten. Maar vrienden, die zijn onderwijsmethode zeer waardeerden, wilden dat ook hun kinderen op die manier onderwezen werden.
Een van hen stelde een kamer beschikbaar in een huis gelegen aan de Van der Helstlaan. Op 6 januari 1926 begon Kees Boeke daar een schooltje, waarin een klein groepje kinderen les kreeg volgens de door hem opgestelde methode.
De beschikbaar gestelde kamer werd al gauw te klein. Steeds meer leerlingen werden aangemeld. De school verhuisde naar een andere villa waar twee ruimtes beschikbaar waren en die ook gelegen was aan de Van der Helstlaan. De school was niet erkend en werd door de overheid dan ook niet gesubsidieerd. De leermiddelen werden door de kinderen en sympathiserende ouders en vrienden zelf gemaakt.
De leerlingen werden, en worden nog steeds, als werkers aangesproken en de onderwijzers werden en worden medewerkers genoemd. De school stond om die reden al gauw als de Werkplaats bekend, een naam die later officieel gewijzigd werd in Werkplaats-Kindergemeenschap.
Het aantal leerlingen nam gestaag toe. In 1928 werd in opdracht van de Stichting tot vrije en persoonlijke ontwikkeling naar ontwerp van architect F.E. Röntgen het Gebouw voor Gemeenschapsontwikkeling gebouwd aan de Frans Halslaan, beter bekend als de Werkplaats.
De open en flexibele vormgeving van dit pand weerspiegelde de principes van de stichting. Veel licht, lucht en ruimte moesten er worden gerealiseerd zodat rust en vrijheid bevorderd zouden worden. Het gebouw werd om die reden rondom voorzien van vensters. Ook de tuin, die zich aan de zuidzijde bevindt, was onderdeel van het ontwerp.
De school heeft een waaiervormige plattegrond. De hoofdgevel heeft één bouwlaag en een ver overstekend plat dak. Op het draaipunt van de waaiervorm staat een kleinere, ook waaiervormige, opbouw met een veelhoekig overstekend afgeknot tentdak. De gevel van de opbouw heeft vierkante vensters die de bovenlichten vormen van de centrale hoofdruimte.
De hoofdingang bevindt zich in een aanbouw aan de westzijde van de waaiervorm. Deze lage aanbouw vormt tevens de verbinding met een hoog rechthoekig, uit 1935 daterend, bouwdeel met gebogen dakschild en hoog geplaatste vensterpartijen. Het gebouw aan de Frans Halslaan is niet meer als school in gebruik maar biedt onderdak aan onderwijsondersteunende instellingen.
De standpunten van Kees Boeke betreffende het verkrijgen van overheidssteun voor de school wijzigden na de oorlog. Mede door de goede betrekkingen die Kees Boeke onderhield met de toenmalige minister van Onderwijs kreeg de school in 1947 overheidssteun. De school werd als experimenteerschool aangemerkt.
Dat betekende dat er aan bepaalde voorwaarden moest worden voldaan. De Werkplaats moest voortaan opleiden tot erkende examens. Er diende een klassikaal systeem met een regulier lesprogramma ingevoerd te worden. Het aantal leerlingen nam wederom toe. Ook prinses Juliana besloot haar dochters naar de Werkplaats te sturen. Dat gaf de school aanzien en trok daardoor weer meer leerlingen.
In 1947 kreeg Kees Boeke de beschikking over het in de oorlog door de Duitsers gebouwde telefonie- en radiopand, dat was gelegen aan de huidige Kees Boekelaan. Dit gebouw werd verbouwd naar ontwerp van Arthur Staal en met een verdieping opgehoogd.
Het was dus het oudste gedeelte van het scholencomplex dat zich aan de Kees Boekelaan ontwikkelde. Er werd zowel een basisschool als een middelbare school in ondergebracht. De school werd in januari 1951 betrokken. Ook het kleutergebouw werd in 1951 geopend. Kees Boeke was toen nog aan de school verbonden (tot 1954).
Op de kaart uit 1964 is het zuidelijk deel van het U-vormige gebouw te zien.
(1964) Huidig adres: Kees Boekelaan 10-12
Niet alleen het aantal leerlingen bleef groeien, maar ook de te volgen opleidingen namen toe. Naast de basisschool en de afdeling voor voortgezet onderwijs kwam er een opleiding tot kleuterleidster. Er vonden diverse uitbreidingen plaats. In 1956 begon men met de bouw van een nieuwe vleugel, bestemd voor het basisonderwijs.
Het middelbaar onderwijs kreeg in de jaren zeventig van de vorige eeuw de beschikking over een geheel nieuw gebouw, dat tot 2006 dienst heeft gedaan. Door veranderende regelgeving betreffende de financiering was het schoolbestuur genoodzaakt het uitgebreide gebied van het scholencomplex in te krimpen. Op een gedeelte zal in opdracht van de gemeente woningbouw worden gerealiseerd.
Het U-gebouw, dat inmiddels zeer verouderd was, werd in 2006 afgebroken. Ook de rond de jaren zeventig gebouwde school werd in 2006 gesloopt. Bij het begin van het nieuwe schooljaar in 2006 hebben de leerlingen het door het architectenbureau Snelder Compagnons ontworpen schoolgebouw betrokken dat achter de oude gebouwen gerealiseerd werd.
Het complex, dat gebouwd werd door Heijmerink Bouw uit Bunnik, is ook ontworpen op grond van het principe: lucht, licht en ruimte. In de nieuwe school kunnen ongeveer 1150 leerlingen worden ondergebracht, leerlingen die nog steeds volgens een eigen methode onderwezen worden.
De Werkplaats-Kindergemeenschap is wel begonnen met onderwijskundige vernieuwing. Er zal minder klassikaal lesgegeven worden. In plaats van het oude klassensysteem komen er groepen van circa 75 kinderen die een vaste groep docenten krijgen en een vaste ruimte. Een groep kan bestaan uit leerlingen van verschillende leerlagen, bijvoorbeeld eerste én tweede jaars leerlingen havo/vwo.
Foto: Urbarama, Kees Boekeschool in 2010
Bij de bouw van de nieuwe school is met die veranderde onderwijsmethode rekening gehouden.