De grond waarop boerderij Oost-Indiën aan de Utrechteseweg 301 staat behoorde oorspronkelijk toe aan het Vrouwenklooster. Aan het eind van de 17e eeuw had de familie Van Kouwenhoven op de grond al een boerderij laten bouwen.
Deze boerderij werd gesloopt en omstreeks 1770 vervangen door de boerderij die we thans kennen onder de naam Oost-Indiën. In 1780 overleed Jan van Kouwenhoven. Zijn tweede vrouw, Neeltje van Houten, erfde de boerderij. Zij hertrouwde twee jaar later met Leendert (van) Oostindiën.
De naam van de boerderij is daaraan ontleend. In 1798 verkochten Leendert en Neeltje de eigendomsrechten van de boerderij aan Frank van der Goes, de toenmalige eigenaar van het er naast gelegen landgoed Sandwijck.
De boerderij heeft nadien altijd tot de bezittingen van Sandwijck behoord. In 1963 kwam zowel Sandwijck als Oost-Indiën in het bezit van de Universiteit Utrecht. Een deel van de pachtgronden werd gebruikt voor de realisatie van het universiteitscomplex De Uithof. De rest werd verpacht.
Foto uit 1994
Tot 1999 is Oost-Indiën als boerenbedrijf in gebruik geweest. De boerderij is mooi gelegen langs de Biltse Grift. Opmerkelijk is het voormalige wringhuisje voor de kaasmakerij, dat dwars geplaatst is op de linkerhoek aan de voorzijde. In de tweede helft van de 19e eeuw kreeg de boerderij met wringhuisje zijn huidige aanzien.