In mei 2005 is door het Archeologisch Adviesbureau RAAP archeologische onderzoek van de Dorpsstraat verricht.
Het onderzoek heeft zich toegespitst op het terrein achter Dorpstraat 21-23. Hier lag vroeger het zogenaamde steegje van Van Santen. Tijdens de opgravingen zijn de fundamenten van de huisjes gevonden.
Verrassend was de vondst van een oven van 80- 90 cm doorsnede onder de fundamenten van de huisjes in de steeg. Uit schriftelijke bronnen was wel bekend dat er een bakhuis heeft gestaan op het terrein, maar over de precieze locatie wordt geen mededeling gedaan.
Het bakhuis wordt voor het eerst vermeld in een akte van 1729 en hoorde bij een huisje dat is voortgekomen uit een inkamer, behorende bij een boerderij ter plaatse van Dorpsstraat 25-27. De inkamer werd in de 17e eeuw apart verkocht en is in de loop der tijd uitgegroeid tot Dorpsstraat 1-3, het steegje en Dorpsstraat 21-23, die alle zijn gesloopt.
Bij de inkamer hoorde een perceel land dat zich uitstrekte tot de Houdringsevaart. Dit werd aanvankelijk in erfpacht gegeven en pas later verkocht. Ook de helft van een put gelegen op de erfafscheiding met de boerderij en het gebruik van de schuur achter de boerderij, behoorden bij de koop.
De uitbreidingen op het perceel tussen de Houdringsevaart en het oude politiebureau komen voor rekening van de familie Van Santen. De timmerman Rutger van Santen bouwde in 1792/1793 een huis met schuur bij de brug over de Houdringsevaart (Dorpsstraat 1), alsmede de eerste vier huisjes in de steeg. In 1798 blijkt naast de voormalige inkamer nog een huisje bijgebouwd te zijn, later zou er een derde huisje volgen. In de loop van de 19e eeuw volgden er meer uitbreidingen c.q. verbouwingen.
De voormalige inkamer is verdwenen bij de bouw van een nieuw gemeentehuis annex postkantoor in 1884, omdat het nieuw te bouwen pand breder van opzet was. Het middelste huisje werd versmald en naar achter toe uitgebreid ten koste van het eerste huisje in de steeg. In 1894 werden Dorpsstraat 21 en 23 gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
De familie van Santen heeft bij de verbouwing gebruik gemaakt van sloopmateriaal dat afkomstig was van de voormalige boerderij. Tussen het sloopmateriaal lag namelijk een aanzienlijke hoeveelheid kloostermoppen, die vooral afkomstig lijken te zijn van de muur tussen oude politiebureau en Dorpsstraat 23.
Omdat de precieze sloopdatum niet was doorgegeven aan de gemeente, was het helaas niet mogelijk om een gedetailleerd overzicht te krijgen van de bouwgeschiedenis van de huisjes. De term kloostermop wil trouwens niet zeggen dat de bakstenen afkomstig zijn van de Biltse kloosters, maar heeft betrekking op het formaat van de baksteen (30 x 15 x 8 cm). Kloostermoppen werden tot in de 16e eeuw toegepast.
Behalve de contouren van het oude huisje en het huis uit 1894 was er op de muur van het oude politiebureau ook een raampje zichtbaar, dat volgens de bouwtekening van Dorpsstraat 25 hoorde bij een toiletruimte voor de gemeentesecretarie. Deze ruimte is later bij de secretarie gekomen.
Contouren huis (foto 9 mei 2005, Ellen Drees)
Graven door medewerkers van bureau RAAP (foto 13 mei 2005, Rob Herber)
Vooraan en links achter medewerkers RAAP, tweede van links Douwe Tijsma (Gemeente De Bilt), derde van links Ellen Drees (foto 13 mei 2005, Rob Herber)
Vooraan medewerkster RAAP, Rob Herber, daar achter medewerkers sloopbedrijf, bij dragline medewerkers RAAP en Douwe Tijsma (foto 13 mei 2005, Ellen Drees)
Muur (foto 13 mei 2005, Rob Herber)
Medewerkster RAAP graaft oven op (13 mei 2005, foto Ellen Drees)
Oven (foto 13 mei 2005, Rob Herber)
Muur (foto 13 mei 2005, Ellen Drees )