De naamgeving van de Parklaan, gelegen in het villapark Overbosch, is verleend op 15 december 1920. De Parklaan liep toen in een knik. De weg die nu Hoflaan heet heette aanvankelijk Parklaan.
Op 29 februari 1932 besloot de raad aan de eerste laan rechts, komend van „Jagtlust” gaande naar Bilthoven, vroeger deel uitmakend van de Overboschlaan te geven de naam: Noord-Houdringelaan. Het verlengde gedeelte van de Parklaan tot aan de Noord-Houdringelaan werd bij dat besluit Parklaan genoemd. De weg die nu Hoflaan heet, werd aanvankelijk ook Parklaan genoemd.
Parklaan 35 en 37 (1995). Foto: Hans Haan.
Kort na 1920 is men begonnen met de bouw van woningen langs de Parklaan. De nummers 35 en 37, die op de foto gemaakt in 1995 te zien zijn, werden gebouwd in de periode 1922-1923 door W.S. van der Sterre.
Van der Sterre was directeur van de Naamloze Vennootschap tot Exploitatie van Onroerende en Roerende goederen Prins Hendrik, een N.V. die in Bilthoven in de periode 1910-1926 veel (middenstands)woningen heeft gebouwd, ook langs de Parklaan.
Opmerkelijk is de trapeziumvormige voorgevel van de woningen, die zijn gebouwd met oranjerode Belgische baksteen. Eveneens bijzonder is de afwerking van de daken. De dakpannen lopen ver door in de zijgevels. Aan de panden zijn fraaie detailleringen aangebracht. De woningen zijn een typisch voorbeeld van een door een eigen bouwer gebouwd woonhuis.
De ansichtkaart werd in 1931 afgestempeld, een jaar voor de aanleg van het meest zuidelijke deel van de Parklaan. We kijken, even voorbij de Hoflaan in noordelijke richting. Het eerste huis wat rechts duidelijk zichtbaar is nummer 42.
De bouwaanvrage voor dat pand werd ook door Van der Sterre aangevraagd. De bouwvergunning, betrekking hebbend op twee woonhuizen, waaronder nummer 42 met rieten kap, werd verleend op 7 mei 1921.
Er werden echter wel enkele voorwaarden in opgenomen, t.w.:
1e gebouw moet worden gedekt met geprepareerd brandvrij riet
2e gebouw mag niet worden opgericht binnen een afstand van 50 meter van een ander met geprepareerd riet gedekt gebouw
3e het riet moet met ijzeren draden worden gebonden
4e op het gebouw moet een bliksemafleider worden geplaatst.
Bedoeld pand had blijkens een bouwvergunning van april 1927 als adres Parklaan 28. Die bouwvergunning betrof de aanbouw van een erker. De vergunning werd verleend aan dr. H. van Lummel.
In het Bilthovensch Adresboek van 1927 staat inderdaad bij nummer 28: Lummel, dr. H.J. van, gep. O.-I. ambtenaar, ambten. Univers. Bibliotheek, h. „Karekiet”. Het huis droeg toen kennelijk de naam Karekiet.
Het huidige nummer 40, dat op deze kaart niet te zien is, werd later gebouwd. Voor nummer 40 werd op 4 februari 1933 aan J. Wilke vergunning verleend voor de bouw van een alleenstaand landhuisje met garage.
In die vergunning werd als voorwaarde gesteld: Voor met het metselen van de buitengevels wordt begonnen moet bij de dienst van bouw- en woningtoezicht worden overlegd een monster van 10 stuks van de te gebruiken gevelsteen benevens een monster van 4 stuks van de te gebruiken dakpannen.
Zowel steen als pannen moeten zijn ten genoegen van Burgemeester en Wethouders. Er kwamen dus dakpannen op dat pand. Dat had uiteraard te maken met het feit dat er binnen 50 meter van nummer 42 geen rietgedekt pand mocht worden gebouwd. Men zal die voorwaarde wel hebben gesteld in verband met de brandveiligheid.
Zou een rietgedekt pand in de brand staan dan konden vonken naastgelegen rieten daken ook doen ontbranden.