De Soestdijkseweg is één van de belangrijkste verkeersaders in De Bilt en Bilthoven. De weg heeft al een oude oorsprong. Het is een van de vier wegen die in 1815 genoemd werd als antwoord op een door de provincie aan de gemeente gestelde vraag betreffende de door het gerecht lopende wegen.
De weg werd toen als volgt omschreven: loopt er verder eene weg in zandgrond bestaande Noordoostwaards, voorbij de buitenplaats Jachtlust naar Soestdijk, zijnde deze weg in het zomer saisoen zwaar om te gaan, lopende tusschen wei, bouw en heilanden door.
Het deel van de weg, gelegen tussen de Groenekanseweg en de spoorlijn, was tot 1827 een particuliere zandweg die behoorde bij Jagtlust. In 1826 verkregen twee Baarnse heren bij Koninklijk Besluit toestemming om de gehele weg tussen Soestdijk en De Bilt te bestraten.
Daarbij waren ook inbegrepen gedeelten van de weg die in particuliere handen waren. De Straatweg van De Bilt op Soestdijk werd al gauw Zoesterwegh of Soestdijkerweg genoemd. Meestal echter werd de naam Prinsenlaan gebruikt. Eigenlijk stond de naam Prinsenlaan voor de bosweg beginnende ten noordwesten van de ijsbaan, doorlopend achter de Parklaan en nu eindigend bij de Boslaan.
Vroeger liep die weg door richting Soest. De weg werd rond 1390 aangeduid als de wech nae Hees. Deze naam verdween toen in 1674 stadhouder Willem III een hofstede kocht en een jachthuis liet bouwen. Dat jachthuis groeide uit tot Paleis Soestdijk. Door de veelvuldige gebruikmaking van de zandweg door de prinsen ontstond de naam Prinsenlaan.
In het eerste door B. en W. van De Bilt genomen besluit betreffende de namen van straten en wegen (de dato 24 juli 1903) staat de weg als volgt omschreven: de weg van de Dorpsstraat bij Hotel Nas langs het station tot aan de grens van Zeist: Soestdijksche weg.
Op 1 juni 1933 besloten B. en W. tot wijzigingen. Dat had mede te maken met de vernieuwde aanleg van de Utrechtseweg. Besloten werd dat de Soestdijkscheweg in het vervolg zou heten: van Utrechtscheweg tot Spoorlaan: Soestdijkscheweg Zuid, van Spoorlaan tot spoorlijn: Emmaplein en benoorden de spoorlijn: Soestdijkscheweg Noord.
In de jaren dertig van de vorige eeuw werd niet alleen de Utrechtseweg om het dorp De Bilt geleid, ook de weg naar Soestdijk onderging een grote opknapbeurt. In Utrecht in Woord en Beeld, een tijdschrift dat in die tijd uitkwam, stond in de uitgave van 4 mei 1934:
De Soestdijkscheweg onder de Bilt is den laatsten tijd wel sterk veranderd. In de eerste plaats het wegdek, dat zoo effen als een parketvloer is geworden, tot groote vreugde van wielrijders en automobilist. En ook de bebouwing is glad gewijzigd.
Op 3 juni 1938 werd in Utrecht in Woord en Beeld vermeld: Langs den Soestdijkschen straatweg tusschen de Bilt en Bilthoven is men bezig met de laatste hand te leggen aan het fiets- en wandelpad, zoodat de straatweg zelf geheel en uitsluitend beschikbaar komt voor het snelverkeer. Een maatregel, waarmee alle categorieën van weggebruikers gebaat zullen zijn.
Bij raadsbesluit van 29 maart 1966, dat inging op 1 mei 1966, werd o.a. besloten: aan het wegvak gelegen tussen De Holle Bilt – Dorpsstraat vanouds Steenstraat en rijksweg 25 (dat is de Utrechtseweg), de naam Soestdijkseweg-zuid te verlenen. Dit was een naam die eigenlijk al in gebruik was. Bij dat besluit werd ook de naam van de Universiteitsweg vastgesteld, evenals de Oude Bunnikseweg en werd het toenmalige tracé van de Bunnikseweg nader omschreven.
Met de beschrijving van de diverse afbeeldingen wordt begonnen op de Soestdijkseweg Zuid en wel op de hoek van de al genoemde Dorpsstraat, die dus eigenlijk Dorpsstraat vanouds Steenstraat heet.
De Bilt Soestdyksche Straatweg (1903)
We zien op de kaart uit 1903 de achter Hotel Nas gelegen bebouwing. Dit deel van de weg werd toen ook wel Spieringweg genoemd, genoemd naar boerderij de Spiering die op de hoek van de Looydijk gelegen was. De weg loopt in noordelijke richting en is nog smal.
De Houdringervaart, een aftakking van de Biltse Grift, is rechts van de smalle weg te zien. Bij verbreding van de weg in 1953 werd via een heul de vaart verlegd. Deze bevindt zich tegenwoordig ter hoogte van Houdringe links van het fietspad.
Groet uit DE BILT, – Soestdijkerstraatweg (1915-1916)
Op de kaart die rond 1915 werd uitgegeven is Hotel Nas met terras te zien. Men is waarschijnlijk de wagen met zakken meel aan het lossen bij de maalderij van Jan de Ridder, die achter Hotel Nas te vinden was.
Hotel Nas was van 1906 tot 1916 eigendom van Klaas Oostergetel. Maar al veel eerder was op deze plek een horecagelegenheid te vinden Het is vrij zeker dat in 1594 de huysinge daer eertijds Abbacuck uyt te hangen plach en nu de Vergulde Toren uythangt de herberg was die rond 1640 bekend stond onder de naam Het Wapen van Schotland.
In 1882 werd Nas eigenaar en kwam de naam Hotel Nas in gebruik. Het pand heeft in de jaren vele verbouwingen ondergaan. Het werd op 4 februari 1968 door een felle brand verwoest. Ter plekke is tegenwoordig het appartementcomplex De Witte Zwaan te vinden, een naam die ook verwijst naar een van de ooit gegeven namen aan de horecagelegenheid.
Een van de oudere villa’s gelegen langs de Soestdijkseweg is ongetwijfeld Villa Maryland die op de prentbriefkaart uit 1901 te zien is. Villa Maryland is gelegen aan de Soestdijkseweg zuid op nummer 13. De villa werd waarschijnlijk gebouwd in 1878. Op 30 april van dat jaar ging de likeurstoker J.G.H.A. Bootz hier met zijn gezin en drie zusters wonen. Tot 1929 is hij er woonachtig geweest. Tegenwoordig heeft het pand een kantoorbestemming.
Een stukje verder, ook aan de linker kant van de weg, is de Immanuelkerk te vinden. Aan de westkant van de weg, op de hoek van de Groenekanseweg, is een van de eerste serviceflats te vinden, De Akker genaamd.
Ter hoogte van de Groenekanseweg ligt sinds 1960 aan de rechter kant van de weg bij de Visserssteeg het voormalige tolhuis. Ook op de afbeelding betreffende de serviceflat De Akker staat dat tolhuis afgebeeld. Dan ligt het nog op de oorspronkelijke plek, op grond die nu bij de serviceflat hoort.
Links van de weg, op het terrein van het R.I.V.M. is De Varenkamp gelegen. Het adres is Soesdijkseweg Zuid161. Van oorsprong was De Varenkamp een boerderij die in 1909 werd omgebouwd tot een herenhuis voor de toenmalige burgemeester H.Ph.J. baron van Heemstra.
De Bilt Huize „Boschzicht” (1910)
Even voorbij Jagtlust, ter plekke van nummer 179, was Huize Boschzicht gelegen, dat op de kaart uit 1910 te zien is. De villa behoorde bij Jagtlust en was sinds 1892 in het bezit van de familie Boissevain die Jagtlust als zomerhuis gebruikte. Maria Boissevain bleef tot 1923 woonachtig in de villa. Volgens het adresboek van 1927 werd toen het huis door tandarts W.L. van Andel bewoond. Het pand werd in 1936 afgebroken.
Even voorbij Jagtlust, rechts van de weg, krijgt men zicht op een school die als adres heeft Soestdijkseweg Zuid 208. Tegenwoordig is de school bekend als de Oranje Nassauschool, maar aanvankelijk was het een lagere school die naar dr. W. van Everdingen genoemd was.
Groet uit DE BILT Aan de Soestd. Straatweg (1916)
Links van de weg ligt op nummer 241 het Chinees-Indisch restaurant Wah-Nam. Nummer 241 is op de kaart uit 1916 het meest links gelegen. De kaart maakt meteen duidelijk, dat het pand voor 1917 gebouwd moet zijn, daar het opschrift luidt: Groet uit DE BILT. De naam Bilthoven kwam in 1917 pas in gebruik.
Voor die tijd werd Bilthoven meestal De Bilt-Station genoemd. De bouwaanvrage voor de villa, die tegelijk werd gedaan met de huidige nummers 243 en 245 die er naast gelegen zijn, werd gedaan door mr. J. Eysen uit Utrecht. Het ontwerp was van Joh. Rijksen uit Utrecht. De vergunning werd verleend op 15 april 1913.
Nummer 241 had toen de naam Klein Sparrendaal en werd bewoond door A.J. Buis, ingenieur van de Staats Spoorwegen. Een dienstbode en twee tuinlieden staan in de voortuin. Het nummer 243 draagt de naam Leyendaal en nummer 245 Beata. In september 1966 werd aan Hu Ping Nan, restaurateur, een vestigingsvergunning verleend en op 11 oktober 1966 werd aan hem een bouwvergunning afgegeven in verband met een verbouwing.
Soestdijkschestraatweg Bilthoven (1925)
De ingekleurde kaart uit 1925 toont ons het laatste stuk van de Soestdijkseweg Zuid. De zijweg links is de Leyenseweg. Op de noordwest hoek van die weg is nummer 233 te vinden. De villa draagt de naam Zonnehoek en werd in 1921 gebouwd.
Op 23 april 1921 werd de bouwvergunning aangevraagd door K. Scheringa. Op 1 augustus 1927 kreeg Mej. de Wed. M van Santen & Zn (waarschijnlijk de weduwe van de bouwer van Santen) vergunning om een erker te bouwen en op 1 mei 1928 werd aan haar vergunning verleend voor de bouw van een open tuinhuisje bij de villa.
De bouwvergunning voor het naastgelegen pand, nummer 235, werd aangevraagd door mevr. S. den Hartog – van der Kellen op 19 februari 1922. De bouwvergunning werd verleend voor de bouw van een woonhuis met schuur op 10 maart 1922. Deze villa heeft een rieten kap.
Aan de rechter kant van de weg is nog weinig bebouwing te zien. De renovatie van de weg had nog niet plaats gevonden. Auto’s waren nog zeldzaam in die dagen en op de kaart dan ook niet te zien. En van een apart fietspad is ook nog geen sprake. De fietser rijdt op de rijweg.
De Bilt Villapark Vogelenzang (1903)
De prentbriefkaart uit 1903 laat ons de villa’s zien die rechts van de weg voorbij de Boslaan te vinden zijn. De bouwaanvrage voor de nummers 262 (het meest rechtse huis), 264, 278 en 280 werd gedaan door L.H. Westerhout, namens de N.V. Villapark Station de Bilt.
De ontwerper was J.H. Welsenaar uit Haarlem. De vergunning werd op 22 maart 1901 verleend. De dubbelvilla’s waren op 25 september 1901 al voltooid. Aan de villa’s, genummerd 262, 264, 278 en 280 werden respectievelijk de namen Zonnelust, Dennenoord, Boschlust en Rustoord gegeven. De bouwvergunning voor de nummers 266, 268, 274 en 276 was eveneens door L.H. Westerhout aangevraagd. Ook van die villa’s was de ontwerper J.H. Welsenaar uit Haarlem.
Al op 16 november 1900 werd daarvoor de bouwvergunning verleend en op 25 september 1901 werd het bewijs van voltooiing afgegeven. Deze villa’s kregen de namen Appia (266), Bandoeng (268) en Leyenstein (276). De naam van nummer 274 is onbekend. De bouwaanvraag betreffende de nummers 270 en 272 werd namens de N.V. Villapark Station De Bilt gedaan door H.C. van Benthem. De naam van de ontwerper is blijkens de inventarisatie niet bekend. De vergunning werd op 27 september 1904 verleend.
Soestdijkscheweg Bilthoven (1922)
Bij de kruising met de Spoorlaan en de Vinkenlaan gaat de weg Emmaplein heten, zoals bij besluit van 1 juni 1933 is vastgesteld. Bij Emmaplein zijn er diverse beschrijvingen en afbeeldingen te vinden. Ook bij Horeca zijn afbeeldingen en beschrijvingen te vinden, met name betreffende Hotel en Café Dennenhoeve en De Bonte Koe.
Eind 2010 is men begonnen met het slopen van de meeste aan de westkant gelegen panden op het Emmaplein. Als laatste zal het voormalige stationskoffiehuis (Hotel en Café Dennenhoeve) gesloopt worden. Tijdens de bouw van de tunnels was dat het kantoor van ProRail en bouwmaatschappij Heijmans.
Op de prentbriefkaart uit 1922 kijken we ter hoogte van de Jan Steenlaan in zuidelijke richting naar de spoorwegovergang. De bomen staan open. Auto’s zijn er ook op deze afbeelding niet te zien, wel een ijsverkoper en wandelaars. Achter de rechtsgelegen villa ligt de stations-chefwoning die in verband met de bouw van de voetgangers- en fietserstunnel gesloopt is. Kenmerkende elementen zijn echter bewaard gebleven en zijn gebruikt bij de herbouw van dat pand op het terrein van het Spoorwegmuseum in Utrecht.
De bouwaanvraag werd door burgemeester en wethouders namens de gemeente gedaan. Het ontwerp was van P.J. Vermaak. De vergunning werd op 22 oktober 1910 verleend. De bouw werd gegund aan Nicolaas Wolfswinkel, aannemer te Amersfoort.
Aan de Soestdijkseweg Noord is op de nummers 347-349, op de hoek van de Van Dijcklaan, het voormalig Hotel-Pension-Café-Restaurant Woudlust te vinden. Sinds kort staat echter de naam Woudlugt op de gevel, een naam die verwijst naar de nieuwe bewoners.