Het tracé van de Utrechtseweg zoals we die nu kennen dateert uit de jaren dertig van de vorige eeuw. In 1937 was de rijksweg die achter het dorp om ging tot stand gekomen.
Dit nieuwe gedeelte rijksweg is tot 1964 naamloos gebleven. Bij het eerste officiële naamgeving besluit dd. 24 juli 1903 werd de naam Utrechtsche weg gegeven aan: de rijksweg van af de grens van Maartensdijk tot aan de kerk der Nederlandsch Hervormde Gemeente.
Op 13 april 1904 werd besloten het besluit van de 24e juli 1903 te wijzigen. Er werd besloten, dat met ingang van 13 april 1904 de Rijksstraatweg van af den grens van Maartensdijk tot aan den grens van Zeist genaamd zal worden: Utrechtsche weg.
Bij Raadsbesluit van 28 april 1964 werd tot de volgende naamgeving besloten, die zou ingaan op 1 oktober 1964: Utrechtseweg: aan de in het rijkswegenplan als „rijksweg 25″ aangeduide weg, voor zover gelegen op het grondgebied van de gemeente De Bilt, van de Bilthovenseweg af tot de grens met de gemeente Zeist, zoals in rode kleur is aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening.
Bij raadsbesluit van 8 september 1964 werd besloten: zijn besluit van 28 april 1964 inzake naamgeving aan een 3-tal wegen in De Bilt te wijzigen als volgt: voor „1 oktober 1964″ wordt gelezen: „1 januari 1965″. In die besluiten werd betreffende de Utrechtseweg het nieuwe wegdeel bedoeld. Het eerste deel van de Utrechtseweg, beginnend bij de Berenkuil tot de Bilthovenseweg, behield dus haar naam.
De oudste benaming voor een gedeelte van de Utrechtseweg en de Dorpsstraat vanouds Steenstraat was echter [Nieuwe] Steenstraat of Steenweg. Het was een van de wegen in Nederland die het eerst verhard werd. De weg werd in 1139 aangelegd en aangeduid als de wech die doer ’t veene gaet. Deze weg werd rond 1290 bestraat en kreeg toen ter onderscheiding van de Hoofddijk de naam Nieuwe Steenweg.
Biltsche Straatweg (1900-1905)
Het tracé van de Steenstraat onderging wijzigingen toen fort De Bilt in de jaren 1819-1821 werd aangelegd in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Fort De Bilt was het eerste fort van de gordel forten die rond de stad Utrecht werd aangelegd.
Het fort bestond uit aarden wallen met vier bastions. Aan de stadzijde had het fort een aarden reduit, zijnde het laatste toevluchtsoord voor de verdedigers van het fort.Het verkeer werd bij de aanleg van het fort om het fort geleid en moest over de smalle weg die om de zuidelijke fortgracht liep. Niet alleen ruiters en fietsers, zoals op deze afbeelding te zien zijn, maar ook de tram en de toen nog spaarzame auto’s moesten van die weg gebruik maken.
Bij de reconstructie van de Utrechtseweg in de jaren dertig van de vorige eeuw werd het fort als het ware in tweeën gedeeld en kwam er weer een meer directe en bredere doorgang richting stad. De naam Bildtsche Straatweg was in de gemeente Utrecht in gebruik.
De Bilt – „Steijnenburg” (1921)
Het complex Steinenburg, dat als adres heeft Utrechtseweg 378-392, bestaat uit een aaneengesloten rij van acht woningen van twee en drie bouwlagen. Het asymmetrische gebouw werd in 1903 gebouwd op grondgebied dat toen tot de gemeente Maartensdijk behoorde.
Op de kaart staat: De Bilt – „Steijnenburg” , iets dat niet klopt. De desbetreffende ansichtkaart heeft als poststempel 14 augustus 1940. De kaart zal echter waarschijnlijk al voor 1921 uitgegeven zijn. Het complex lag toen op grondgebied dat bij de gemeente Maartensdijk behoorde. Betreffende het pand, genummerd 382, werd op 26 maart 1953 nog door Burgemeester en Wethouders van Maartensdijk een bouwvergunning afgegeven in verband met een verbouwing.
Pas in 1954 kwam het complex ten gevolge van een gemeentelijke herindeling binnen de gemeentegrenzen van het toenmalige De Bilt te liggen. Het complex ontleent zijn naam aan de villa Steijnenburg die ter plekke gestaan heeft en die rond 1900 in gebruik was als café-restaurant. Een Utrechtse bouwondernemer kocht de zaak op, liet de verouderde villa slopen en het woningcomplex Steinenburg bouwen.
Het complex is rijk gedetailleerd met uitspringende bouwdelen, torentjes en Jugendstilmotieven. Het best bewaarde pand, nummer 386, fungeert als centraal punt van de rij woningen. Het opvallendste aan deze woning is het torenvormige bouwdeel van drie bouwlagen met overstekend tentdak. De gevels van zowel de eerste als de tweede verdieping hebben rondboogopeningen waarachter zich een balkon bevindt.
In de boven- en zijlichten van de deuren en vensters zijn fraaie glas-in-lood-vensters aangebracht, waarin prachtige bloemmotieven te bewonderen zijn. Het pand dat het meest rechts te zien is op de oude prentbriefkaart heeft nummer 376 en behoort dus niet tot het complex dat de naam Steinenburg draagt. Het werd ook al voor 1920 gebouwd.
DE BILT, – Villa Griftenstein (1910)
Deze kaart toont ons de nog bestaande villa Griftenstein, gelegen aan de zuidkant van de Utrechtseweg op nummer 361. De villa zal begin 20e eeuw gebouwd zijn. Niet precies is na te gaan wanneer de bouwvergunning werd afgegeven. Het was in die tijd een vrijstaande villa, gelegen ten zuiden van de Biltse Grift.
Het er tegenwoordig rechts naast gelegen huis, nummer 363, werd gebouwd in 1949. Dat werd gebouwd op grondgebied, dat net als Steinenburg, tot 1954 bij Maartensdijk behoorde. Villa Griftenstein lag in 1910 op Bilts grondgebied. Griftenstein heeft in de loop der jaren diverse wijzigingen ondergaan, waarbij o.a. de aangebouwde serre verdwenen is.
Biltschestraatweg Café Kouwenhoven (?)
Deze kaart toont ons Café Kouwenhoven. Het pand bestaat niet meer. Het stond achter het huidige tankstation aan de noordzijde van de Utrechtseweg. Er is echter nog wel een bouwaanvrage bekend waarbij vergunning gevraagd werd voor een verbouwing en het maken van een aanbouw van een lokaal bij een villa, Kouwenhoven genaamd.
De vergunning werd op 30 april 1895 verleend. Toen werd, gezien de bouwtekening, de uitbouw aan de linkerkant gerealiseerd. In die uitbouw stond op de bouwtekening ook een buffet getekend. De uitspanning Nieuw Couwenhoven werd in augustus 1901 openbaar geveild.
Nadien werd de villa omgebouwd tot een inrichting voor zenuwlijders. In die jaren staat het pand bekend als villa Irma. In het adresboek uit 1909 staat die villa genoemd, toen als adres hebbende Utrechtscheweg 182. Later heeft het pand ook bekend gestaan als Café Kouwenhoven, zoals op deze kaart te zien is
Deze kaart laat ons het pand zien dat gelegen heeft tussen de huidige nummers 334 en 340.
Ter plekke van het huidige nummer 340 stond vroeger villa Charlisse, die gebouwd werd in 1900. Waarschijnlijk is een stukje van de villa het meest links te zien. De bouwvergunning werd op 25 september 1900 verleend aan Everdina Louise Elisabeth Roëll van Rappard.
Het stond ten westen van de buitenplaats Arenberg die toen als adres had Utrechtscheweg 174. Volgens het adresboek uit 1909 woonde inderdaad mevr. Roëll van Rappard in Charlisse. Het adres was toen Utrechtscheweg 178. Villa Charlisse werd na 1920 in gebruik genomen als kantoorpand van Holland Impex.
Op 25 september 1975 werd aan Holland Impex BV vergunning verleend betreffende een te bouwen pand dat toen als adres kreeg Utrechtseweg 340. Aan Saba Nederland BV werd op 16 juni 1977 vergunning verleend om ter plekke van de nummers 336-338 een gebouw neer te zetten.
Al die panden, inclusief villa Charlisse, zijn niet meer terug te vinden. Ze zijn gesloopt ten behoeve van de bouw van het kantoorgebouw dat de naam Aerenberg draagt (dit is het huidige nummer 340). Dat kantoor werd in 1989 gerealiseerd.
In het op deze foto afgebeelde pand, dat de nummers 336-338 droeg, was Hessings Occasions gevestigd. Arie Hessing, grondvester van het bedrijf, vestigde zich in 1936 in Utrecht.
Hij legde zich vooral toe op de verkoop van Amerikaanse auto’s (Ford). Na de wereldoorlog vestigde hij zich in De Bilt langs de Utrechtseweg, toen volgens zeggen de drukste verkeersader van Nederland. In 1968 kreeg Hessing het officiële importeurschap voor De Tomaso, later gevolgd door die voor Rolls-Royce, Bentley, Ford USA, Maserati en Lamborghini.
In 1973 verhuisde de aan de zuidkant van de Utrechtseweg gelegen fabriek van Reckitts naar Baarn en kocht de firma Hessing die bedrijfsruimte. Het bedrijf verhuisde dus naar de zuidkant van de Utrechtseweg. Na 2004 vertrok Hessing naar een nieuw bedrijfspand dat bij Leidse Rijn in de geluidswal langs de A2 gebouwd werd.
Deze kaart toont ons de schutsluis in de Biltse Grift. Achter de bomen zien we een glimp van het huis Sluishoef. De Biltse Grift werd omstreeks 1640 aangelegd. Via de grift werden met platte duwboten goederen van en naar Utrecht vervoerd.
Ter hoogte van het in 1823 gebouwde huis Sluishoef was al bij aanleg van de grift een sluis te vinden. Jean Claessen Schot had ter plekke in 1648 een watermolen laten bouwen. Hij maakte gebruik van het hoogteverschil van het water en benutte die kracht voor de aandrijving van een machine waarmee vingerhoeden werden gemaakt. De laatste eigenaar van de vingerhoedenfabriek, Lodewijk van Putten, beëindigde de productie van vingerhoeden omstreeks 1800.
De waterstand in de Biltse Grift werd door twee schutsluizen beheerst, te weten de Koppelsluis die in het Zeister gedeelte van de Biltse Grift te vinden is en de sluis bij Sluishoef. De schutsluis bij Sluishoef moest een verval van ongeveer twee meter overbruggen. Er konden twee schuiten tegelijkertijd in. Voor het gebruik van de sluis moest tol betaald worden.
Inmiddels is de sluis vervangen door een stuw, waarmee de waterhoogte wordt gereguleerd.
Utrechtsche straatweg – de Bilt. (?)
Deze kaart, die gestempeld is op 6 augustus 1915, laat ons de Utrechtseweg zien, kijkend richting De Bilt. Links ligt de tramrails met elektrische bovenleiding van de tram Utrecht-Zeist.
Achter de bomen ligt het huis Het Fortuin, dat gelegen heeft daar waar nu het Van Boetzelaerpark te vinden is. Rechts daarvan is vaag een huis te zien dat de naam Terre Neuve droeg. In die villa was in 1909 blijkens het adresboek van De Bilt jhr. Mr. D. Blocq van Haersma de With woonachting, die tot 1909 burgemeester van De Bilt was geweest. De Burgemeester de Withstraat is naar hem vernoemd.
Rechts loopt het jaagpad langs de Biltse Grift. De bruggen over de Biltse Grift leiden naar het landgoed Sandwijck, het K.N.M.I. en de Wilhelminalaan.
Naast Sandwijck, op nummer 301, ligt boerderij Oost-Indiën. Een stuk verder, even voor Vollenhoven, ligt een boerderij die de naam Tameroord draagt. Het meest opmerkelijke aan deze kaart is de rust. Geen verkeer te zien, alleen een wandelaar, wellicht op weg naar Utrecht.
DE BILT, – Klein Beerschoten (1910)
Aan de noordkant van het deel van de Utrechtseweg dat in het verlengde van De Holle Bilt ligt is de villa Klein Beerschoten te vinden, die als adres heeft Utrechtseweg 60. Het pand werd in 1843 gebouwd als portierswoning van het huis Beerschoten.
Vanaf 1911 werd Klein Beerschoten bewoond door de weduwe J.E. Huydecoper van Maarsseveen, geboren Luden. Na haar overlijden bleven haar twee dochters er tot 1925 wonen. Op 29 april 1926 werd aan jhr. J.W. Steengracht van Oostcapelle vergunning verleend voor de verbouwing van de villa. Op 15 oktober 1959 werd aan mevr. Douaière A.R. Steengracht van Oostcapelle, geboren Kneppelhout van Sterkenburg, weer een vergunning verleend voor een verbouwing.
In die bouwaanvrage vroeg men om afbraak van een misbaar gedeelte en vergroting van een verdiepingsgedeelte. Dat laatste betrof het vergroten van een slaapkamer en het maken van een badkamer. De bergplaats met gangen werd gesloopt. Ter plekke kwam een eetkamer met een hoogte van 345 cm.
Net voorbij de Amersfoortseweg, aan de noordkant van de Utrechtseweg ligt op nummer 18 de niet meer als zodanig in gebruik zijnde boerderij Den Eyck, die een pachtboerderij was behorende bij landgoed Vollenhoven.
Die boerderij is gelegen rechts naast villa Den Eyck die op de kaart te zien is. Het huis draagt dezelfde naam. Villa Den Eyck werd kort voor 1848 gebouwd en werd van 1875 tot 1898 bewoond door Johannes Hendrikus van Marwijk Kooij, directeur van de Amstel Brouwerij. Blijkens het door de gemeente uitgegeven adresboek uit 1909 woonden de dames Ploos van Amstel in het huis, dat toen als adres had Utrechtscheweg 4. Villa Den Eyck werd kort na de Tweede Wereldoorlog afgebroken
Konijnenberg, – de Bilt (1903)
Ten noorden van Villa Den Eyck lag een huis dat Konijnenberg werd genoemd. Het was vanaf de Utrechtseweg te bereiken via een laantje dat het Laantje van Half Acht genoemd werd. Het weggetje zou zo genoemd zijn, omdat veel verliefde paartjes zich daar ’s avonds rond half acht ophielden!
Het hier afgebeelde huis de Konijnenberg bestond eigenlijk uit twee arbeiderswoningen, die in 1844 in het kadaster werden bijgeschreven. Het waren dienstwoningen, behorend bij Vollenhoven. In 1848 werden de huizen bewoond door Aart van Putten en Cornelis van Tielen, die ieder 6 gulden per jaar aan huur betaalde. In 1969 werd het pand gesloopt. Het verkeerde toen al in slechte staat.
Zeist, – Langs den Utr. straatweg (1911)
De villa die op deze kaart te zien is had blijkens het adresboek uit 1909 als adres Utrechtscheweg 2.
Het huis werd bewoond door M. van Marwijk Kooij en droeg de naam Berkenhove. Daarvoor heeft het de naam Klein Vollenhoven gedragen. Het bij het landgoed Vollenhoven behoord hebbende huis was in 1835 gebouwd.
Na de dood van Goderd van der Capellen van Berkenwoude in 1848, die eigenaar was van het landgoed Vollenhoven, werd Klein Vollenhoven als zelfstandige buitenplaats verkocht. Het huis kwam in bezit van Johannes Kooy, oud-directeur van de Handel-Maatschappij te Amsterdam. Het werd nadien Berkenhove(n) genoemd.
In 1879 kwam het huis in bezit van Marinus van Marwijk Kooy. Het is tot 1928 eigendom geweest van de familie Marwijk Kooy, die in 1922 in bezit kwam van het landgoed Vollenhoven en in dat landhuis ging wonen.
Zoals u kunt zien op de kaart werd het huis, dat vlak bij de grens van de gemeente Zeist lag, rond 1910 omgeven door een grote tuin. Links zien we nog de rails in de Utrechtseweg van de tramlijn Utrecht-Zeist v.v.
In 1967 werd de villa verbouwd en gemoderniseerd Het pand werd in 1990 afgebroken. Het moest plaats maken voor het in Zeist gelegen Montessori Lyceum en een kantoorgebouw dat nog net op Bilts grondgebied staat.
Bronnen:
- diverse gemeentelijke bouwdossiers, genummerd 1.733.21 betreffende de periode 1932-1987
- diverse bestanden en adresboeken behorend tot de documentatie van de Historische Kring D’ Oude School
- Barends S, Broekhoven S. De Bilt geschiedenis en architectuur. Kerckebosch, Zeist ,1995
- Meijer JWH. Kleine Historie van De Bilt en Bilthoven. Reinders, Bunnik, 1995
- De Utrechtseweg, Historische Kring d’Oude School, De Bilt, 1998
- Meijer JWH. De Bilt en Bilthoven in oude ansichten deel 1. Europese Bibliotheek, Zaltbommel, herdruk van de uitgave van 1969 uit 1991
- Haan-Beerends L. De Bilt beginpunt van de Stichtse Lustwarande. De Biltse Grift 18:44-58, 2009
- Heijden J van der. De Bilt en Bilthoven in oude ansichten deel 2. Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1990
- Heijkoop F. Timmeren aan de weg. Deel 1. De Biltse Grift. 17 (4):107-121, 2008
- diverse krantenknipsels betreffende Hessing